Home

Kampcharter

Het Kampcharter wil het goed samenleven tussen groepen die op kamp zijn, de uitbater en de gastgemeente bevorderen.

Home

Wat houdt het in?

Het charter gaat uitgebreid in op een aantal thema's die heel relevant zijn voor meerdaagse verblijven. 
Het charter vormt de basis voor de 3 engagementsverklaringen en zet de thema's om in concrete do's en donts of acties voor de verschillende betrokken partijen. 

Elke jeugdwerkorganisatie en de daarbij horende groepen die aanbod organiseren hebben een eigen doelgroep en identiteit.
Iedere gemeente organiseert naar eigen inzicht haar onthaal van verblijvende groepen.
Elke uitbater heeft eigen gewoontes en gebruiken om een kampplaats te organiseren. 

Deze verscheidenheid heeft tot gevolg dat het verloop van een kamp of vakantie steeds verschilt  en dat er een zeer grote diversiteit bestaat tussen de aanpak van de betrokken actoren.

Hoe meer specifieke afspraken en reglementen, hoe groter de kans dat deze niet geraken tot bij de verschillende partijen, met frustraties over het niet naleven van de afspraken tot gevolg. 

Met dit kampcharter pleiten we voor het maximaal terugdringen van regels.
De bestaande wetgeving en goede communicatie tussen de groepen, de gastgemeente en de uitbaters over de invulling van deze wetgeving zijn in bijna alle gevallen voldoende om een veilig en kwalitatief aanbod te organiseren.
Het is daarom efficiënter om in dialoog te gaan met alle betrokkenen om resterende knelpunten te verhelpen, eerder dan te kiezen voor bijkomende ad hoc regelgeving.

In wat volgt wordt per thema waarrond frustraties bestaan bij gemeenten, uitbaters en/of groepen, beschreven op welke manier de drie partijen willen omgaan met het thema.

Informatie geven en informatie krijgen

Het is belangrijk om weten dat kampen en vakanties vanuit het jeugdwerk veelal georganiseerd worden door jonge vrijwilligers met veel ondernemingszin. Toch struikelen ze vaak over moeilijk vakjargon en een pak administratie. Een goede ondersteuning van de jeugdgroepen is dus meer dan wenselijk. 

Wat is nuttig om te delen? 

Het organiseren van een kamp of vakantie is geen eenvoudige klus. Vaak worden de organisatoren overspoeld door een veelheid aan informatie waardoor het bos door de bomen niet meer zien.
Maar welke info is nu nuttig voor welke partij?  

Wat deel je als jeugdgroep?

Basisinformatie die je zeker deelt met de uitbater en de gemeente: 
  • Naam van je groep
  • Naam en noodnummer van je koepel
  • Aantal deelnemers en begeleiders op de locatie
  • Naam en telefoonnummer van de verantwoordelijke 
  • Locatie van je verblijf (specifiek voor de gemeente)

Daarnaast deel je best een aantal belangrijke activiteiten met uitbater en gemeente, zodat ze weten wat er op hun terrein gebeurt en wanneer en of bv. specifieke diensten moeten waarschuwen, bv bij kampvuur wordt de brandweer op de hoogte gesteld. De speciale activiteiten die je minimaal meld en soms ook specifiek aanvraagt:

  • Dropping
  • Dagtocht of meerdaagses
  • Fakkeltocht
  • Bezoekdag
  • Nachtspel
  • (groot) Kampvuur

Om informatie te delen is één duidelijke contactpersoon vanuit alle partijen een grote meerwaarde. Dat komt de tijdelijke samenwerking ten goede. Deze samenwerking wordt bij voorkeur al ruim voor het werkelijke kamp opgezet. Het moet er voor zorgen dat iedereen begrepen en geïnformeerd wordt over elkaars doel, noden en verwachtingen. 

Wat deel je als uitbater? 

Voor groepen is informatie omtrent diensten en troeven in de buurt van de locatie vaak heel nuttig. Het gaat over zaken als:

  • Winkels: bakkers, slagers, supermarkt, ... 
  • Zorginstellingen in de buurt: huisartsen, ziekenhuizen en spoeddiensten, apotheken
  • Speelplekken in de buurt
  • Bespeelbare bossen in de buurt 
  • Plaatsen voor recreatie: zwemmen, sporten, ontspannen... 
  • timing en mogelijkheden afvalophaling
Wat deel je als gemeente? 

Als gemeente deel je eventueel nog wat extra informatie bovenop de info van de uitbater. Spreek goed af wie wat deelt. 
Als gemeente kan je je eigen diensten en infrastructuur nog extra in de verf zetten ter ondersteuning van de groepen. 

Welke info is ongepast om te vragen? 

Soms worden groepen overstelpt met infovragen door zowel gemeente als uitbater. We vragen hierbij vooral om gezond verstand te laten zegevieren. Stel je steeds de vraag of je die info nodig hebt, wat je er concreet mee gaat doen. 

Hieronder alvast een aantal zaken die vaak worden opgevraagd maar waar geen of heel weinig meerwaarde aan verbonden is: 

  • De identiteit van alle deelnemers mag enkel opgevraagd worden indien er kan getoond worden met welk doel ze worden opgevraagd en voor zover dit in overeenstemming is met de wetgeving.
    Andere persoonlijke gegevens zoals adressen, telefoonnummers maar ook allergieën, fysieke of mentale beperkingen hoeven niet bezorgd te worden aan derden. 
  • Pedagogisch programma of kampvoorbereiding. Begeleiding stopt veel tijd in het grondig voorbereiden van hun aanbod en krijgen hierbij ondersteuning van hun koepel, het is niet nodig dat een gemeente of uitbater hier vooraf een check op doet. Vraag hen wel de 'speciale activiteiten' zoals hierboven aangegeven door te geven maar ook dit enkel als er impact is voor de stad/gemeente of uitbater. 
  • Bewijzen van goed gedrag en zeden, pedagogische attesten en burgerlijke aansprakelijkheidsattesten hoeven niet opgevraagd te worden. 

Opgenomen in de engagementen 

Jeugdgroepen 

  • De jeugdgroep deelt de noodzakelijke informatie over de groep en het kamp tijdig en volledig met de gemeente en uitbaters.

Uitbaters 

  • De uitbater beperkt het opvragen van persoonlijke gegevens van deelnemers tot het wettelijke minimum.
  • De uitbater stelt een lijst met nuttige adressen ter beschikking. Dit gaat bijvoorbeeld over zwembad, speelplein, winkels, dokters e.d.

Gemeenten

  • De gemeente beperkt zich bij het opvragen van identificatiegegevens tot de groepsverantwoordelijke. Bij de deelnemers volstaan naam en geboortedatum. 
  • Pedagogische attesten of bewijzen van goed gedrag en zeden van begeleiders hoeven niet opgevraagd te worden. Jeugdgroepen waken hier zelf over.
  • Indien de gemeente kampprogramma’s opvraagt, wordt dit beperkt tot volgende activiteiten: tochten, bezoekdagen, nachtspelen en kampvuren.



Verplaatsingen en tochten

Verplaatsingen en tochten, gedurende de dag en de nacht, zijn onlosmakelijk verbonden met het educatieve programma.
De verplaatsingen en tochten worden georganiseerd door de begeleiding van het kamp met veel aandacht voor de openbare orde en verkeersveiligheid. De begeleiding voldoet aan zijn organisatie- en toezichtsplicht

Het is de taak van de begeleiding om de groep in te schatten en goed voor te bereiden, er op toe te zien dat de veiligheid en wegcodes gerespecteerd worden en na te gaan of de deelnemers zich respectvol gedragen tegenover bewoners, omwonenden en de omgeving.
Iedereen herinnert zich de plezante en avontuurlijke momenten op kamp tijdens zijn of haar eigen jeugd. Waar dit kan, moeten we er met zijn allen zorg voor dragen dat deze beleving overeind blijft, ook al is het verkeer veel drukker geworden, is de toegankelijkheid van bos en natuur meer afgebakend en durven sommige bewoners al eens wat minder tolerant uit de hoek komen als het om kinderen en jongeren gaat. 

Goede wederzijdse afspraken zorgen voor een kader waarbinnen ook deze activiteiten een plaats krijgen. Duidelijke communicatie vanuit de jeugdwerkorganisatie, de uitbater en de gemeente naar de omwonenden kan veel frustraties vermijden. Verwachtingen in dit verband worden best vooraf duidelijk geformuleerd. 

Een aantal specifieke gevallen onderweg:

  • Ruiltochten zijn vaak populair bij groepen. Starten met 1 ei en eindigen met verschillende dozen koeken of snoep valt altijd in de smaak bij kinderen en jongeren. We mogen echter niet onderschatten dat dit voor sommige buurtbewoners wekelijks tot zelf dagelijks gebeurt en niet meer fijn is en dat niet iedereen het principe kent en dus ook weet te appreciëren. Doe je het toch, vermijd dan misschien de buurt waar je locaties gelegen is en ga eens verderop, spreek ook af met eventuele andere leeftijdsgroepen om het wel/niet of op een verschillende locatie te doen. 
  • Nachtspel of - tocht, fakkeltocht, dauwtrip, dropping,... meld deze minimaal aan de gemeente en/of de uitbater. Zorg ook voor de nodige veiligheidsmaatregelen zoals fluohesjes, verlichting voor en achteraan de groep. 
  • Ga je op trektocht of meerdaagse denk dan na over waar je eventueel zal slapen, kan je dit al vooraf regelen? Als je dat niet kan en je gaat op het moment zelf een plek zoeken wees dan vriendelijk en begripvol, niet iedereen zit te wachten op een groep jongeren in de tuin. 
  • Drinkwater en een eventuele sanitaire stop op een tocht zijn zaken waarvoor je gebruik kan maken van openbare gebouwen maar als deze niet in de buurt zijn is het zeker een optie om aan te bellen en het vriendelijk te vragen. 
    Wees ook hier altijd vriendelijk en begripvol, de meeste mensen helpen je met plezier maar soms is dit ook niet het geval en ook dat is OK. 

Opgenomen in de engagementen

Jeugdgroepen

  • De jeugdgroep organiseert activiteiten op en buiten het kampterrein met aandacht voor de openbare orde, verkeersveiligheid, nachtrust en gevoeligheden in de buurt. 

Uitbater

  • De uitbater geeft groepen tips om zich op een duurzame, veilige (en prettige) manier te verplaatsen, zowel van en naar de kampplaats als tijdens het verblijf.


Lawaai en nachtrust

Spelende kinderen maken geluid, maar dit zien we niet als geluidsoverlast. Het kan dan ook niet gesanctioneerd worden, sowieso niet als het buiten de nachturen gebeurt. 

Begeleiders dienen zich bewust te zijn van de omgeving waar ze op kamp of vakantie zijn. Zodra je lawaai maakt (tussen 22u en 6u), kan je de nachtrust van iemand verstoren en ben je strafbaar, althans dat stelt het artikel 561 van het Strafwetboek. 

Wil dat zeggen dat groepen geen lawaai mogen maken of geen nachtspelen meer mogen doen? Nee, wel dienen ze een goed contact te onderhouden met de buren en met de uitbater en dat indien nodig op basis van concrete afspraken. Afspraken moeten ook gemaakt worden met de deelnemers, ook voor hen is het belangrijk te weten wat wel/niet kan qua geluid overdag, 's avonds en 's nachts. 
Als groepen een activiteit plannen die met veel lawaai gepaard gaat, vragen ze best aan de gemeente toestemming voor die activiteiten, zeker als ze tussen 22u en 6u plaatsvinden. 

Uit onderzoek blijkt dat versterkte muziek dé grootste ergernis is voor omwonenden. De kampdans op regelmatige tijdstippen afspelen moet kunnen, maar de stereo-installatie heel de dag laten draaien is nergens voor nodig. 
Denk dus niet enkel na over het geluid dat je produceert 's nachts maar probeer bij alle geluid rekening te houden met de buren. 

Net als bij de tochten hierboven mag je niet vergeten dat jij niet de enige groep bent die dit terrein of dit verblijf bezoekt. Elke week is er een nieuwe groep of elk weekend komt een volgende groep langs. Wat voor jou maar éénmalig lijkt is voor sommige buren misschien wel dagelijkse of wekelijkse praktijk. Hou daar ook rekening mee. 

Opgenomen in de engagementen  

Jeugdgroepen

  • De jeugdgroep organiseert activiteiten op en buiten het kampterrein met aandacht voor de openbare orde, verkeersveiligheid, nachtrust en gevoeligheden in de buurt. 

Uitbaters

  • De uitbater informeert verblijvende groepen over de gevoeligheden in de buurt en tracht te bemiddelen indien nodig. 

Gemeenten

  • De gemeente beschouwt het geluid van spelende kinderen overdag nooit als geluidsoverlast. Wel kunnen afspraken gemaakt worden over versterkte muziek en nachtlawaai.



Afval

Groepen worden verwacht te sorteren. Omdat de regels en kostprijs verschillen van gemeente tot gemeente, is een duidelijke communicatie door gemeente en uitbater hierin cruciaal. De uitbater licht de jeugdgroep in over de wijze van sorteren en inzamelen van afval, eventueel op basis van informatie vanuit de gemeente als deze instaat voor (een deel van) de ophaling. 

Belangrijk is dat de frequentie van ophalen tijdens de verblijfsperiode voldoende hoog is. Op heel wat locaties is het niet evident om afval van soms honderden mensen gedurende één of twee weken te stockeren. Idealiter krijgen groepen toegang tot het lokale recyclagepark. Zo zijn ze niet afhankelijk van de identiteitskaart van de eigenaar of buurtbewoners om hun afval juist te sorteren en weg te brengen. Informatie over het recyclagepark en het kunnen gebruiken van dit park is een grote troef, zeker als het vlot bereikbaar is en voldoende openingsdagen heeft.

Opgenomen in de engagementen 

Jeugdgroepen 

  • De jeugdgroep hanteert het afvalbeleid (sorteren, HUDO) conform de afspraken gemaakt met uitbater en eventueel gemeente.

Uitbaters

  • De uitbater verschaft verblijvende groepen duidelijke informatie over sorteren en ophalen van afval. Daarnaast zoekt hij/zij mee naar oplossingen om het afval tijdig verwijderd te krijgen, in het bijzonder tijdens de zomerperiode.

Gemeenten

  • Indien de gemeente instaat voor de ophaling van (een deel van het) afval, stelt ze (via de uitbaters) informatie ter beschikking over de manier van sorteren en de frequentie van het ophalen. Daarnaast is er voor uitbaters en/of verblijvende jeugdgroepen mogelijkheid om toegang te krijgen tot het recyclagepark.


Hudo's

Erkende verblijven en gebouwen zijn voorzien van sanitair volgens de opgelegde voorwaarden voor erkennig. Wanneer groepen er echter voor kiezen te kamperen op een weide dan is de noodzaak naar sanitair natuurlijk nog in te vullen. 
Zelfgemaakte toiletten, de zogenaamde HUDO’s worden soms op kampeerweides gebouwd. De HUDO kent volgende regels:

  • minstens 50 meter ver van het water (een beek of andere wateren)
  • verboden in waterwinningsgebieden 

Om te weten wat kan en niet kan vragen groepen dit best na bij de uitbater en/of de gemeente. De uitbater is ook de aangewezen persoon om de geschikte locatie aan te duiden. 
De groepen bouwen hun HUDO zo ecologisch mogelijk:

  • Er worden geen producten zoals bleekwater of chloorhoudende producten gebruikt. Een beetje zand, aarde of zaagsel kan wel gebruikt worden. 
  • De hoeveelheid toiletpapier wordt beperkt en gebruikt wc- papier wordt bij voorkeur in vuilniszakjes bijgehouden en niet in de HUDO geworpen. Dit geldt zeker voor tampons, inlegkruisjes, wc-rolletjes... 

Opgenomen in de engagementen 

Jeugdgroepen

  • De jeugdgroep hanteert het afvalbeleid (sorteren, HUDO) conform de afspraken gemaakt met uitbater en eventueel gemeente.


(kamp)vuur 

De meest voorkomende vuren zijn een groot kampvuur als wijze van afsluiting van het verblijf, kleinere kampvuren op andere avonden en kookvuren. Zeker de traditie van het grote kampvuur wordt als zeer waardevol beschouwd in het programma. Groepen worden door de jeugdwerkkoepels gesensibiliseerd over het ecologisch aspect van een kampvuur maken, om onnodige vuren te voorkomen.
Belangrijk is bij het aanmaken van een vuur dat veiligheid voorop staat. Groepen krijgen handige handvaten mee om consequent te kunnen reageren indien er zich risico’s voordoen.

Het maken van kampvuur wordt vandaag in verschillende wetten, decreten en lokale reglementeringen geregeld. Dat maakt het niet altijd duidelijk voor groepen die een kampvuur willen maken. Meer info vind je op deze kennispagina. 

Opgenomen in de engagementen

Jeugdgroepen

  • Als kampvuurmogelijkheid voorzien is, doet de jeugdgroep tijdig een aanvraag. Ze informeert zich over waar het kampvuur mag plaatsvinden en of er hout gesprokkeld kan worden.

Uitbaters

  • Als kampvuurmogelijkheid voorzien is, geeft de uitbater aan de groepen aan waar en wanneer dit mogelijk is, hoe een eventuele aanvraag moet verlopen en of er hout kan gesprokkeld worden.


Groene speelruimte 

In Vlaanderen geldt de basisregel van principiële toegankelijkheid. Dat wil zeggen dat voetgangers in bossen en natuurgebieden op de voorziene wegen mogen wandelen (als die niet zijn afgesloten met een verbodsbord). Je mag de paden dus niet verlaten.

Het Agentschap Natuur en Bos wil dat iedereen de natuur ten volle kan beleven, vrij kan rondstruinen en ravotten, ook buiten de paden, op voorwaarde dat de natuur die druk kan dragen. Daarom is op de bossen van ANB de omgekeerde toegankelijkheid van toepassing. Dat wil zeggen dat voetgangers de paden mogen verlaten, op voorwaarde dat er voor die gebieden geen toegankelijkheidsregeling bestaat. 

Waar je dus kan spelen in een bos is afhankelijk van:  

  • Het toegankelijkheidsprincipe van toepassing op dat bos: principiële toegankelijkheid of omgekeerde toegankelijkheid. 
  • De eigenaar van een bos kan het toegankelijkheidsprincipe aanpassen in de vorm van een toegankelijkheidsregeling. 
  • Kies bij voorkeur voor een speelzone (al dan niet tijdelijk) om een spel te spelen – zoek welke speelzones er bestaan    
Meer info over spelen in het bos vind je hier. 

Opgenomen in de engagementen 

Jeugdgroepen

  • In bos en natuur speelt de jeugdgroep op de plaatsen waar dit toegelaten is en doet ze tijdig de nodige aanvragen.

Uitbaters

  • De plaatsen waar er kan gespeeld worden in bos of natuur, wijst de uitbater aan.


Alcohol en drugs

Groepen worden gesensibiliseerd en worden geacht bewust om te gaan met alcoholgebruik. 

De wetgeving is duidelijk, -16 jaar geen alcohol, -18 jaar geen sterke drank. 
Het gebruiken van drugs is illegaal, heeft geen plaats in het jeugdwerk en wordt in geen geval getolereerd. 

De jeugdwerkorganisaties hebben richtlijnen en verwachten van groepen dat ze die naleven. Het opstellen van een alcoholbeleid wordt sterk aangemoedigd. 

Opgenomen in de engagementen  

Jeugdgroepen

  • De jeugdgroep gaat op een verantwoorde, bewuste manier om met alcohol tijdens het kamp. Illegale drugs horen niet thuis op een kamp. 


Waterwegen 

In Vlaanderen mag men een vlot te water laten op de ‘onbevaarbare waterlopen’. Dat zijn waterlopen waar geen bootverkeer is. Wie toch een tocht wil organiseren op een waterloop waar wel bootverkeer op zit, kan dit aanvragen bij de Vlaamse administratie Waterwegen en Zeekanaal. Ook voor kajaks gelden dezelfde regels. Jongeren die met een vaartuig het water betreden, dragen steeds een zwemvest. Voor de meeste Belgische kanalen geldt een zwemverbod, evenals in havens. Open waters waar het toegestaan is om te zwemmen, worden aangeduid met een blauwe vlag.

Opgenomen in de engagementen
Hoewel water niet specifiek wordt benoemd kunnen we linken aan deze engagementen

Jeugdgroepen

  • In bos en natuur speelt de jeugdgroep op de plaatsen waar dit toegelaten is en doet ze tijdig de nodige aanvragen.

Uitbater

  • De plaatsen waar er kan gespeeld worden in bos of natuur, wijst de uitbater aan.
  • De uitbater stelt een lijst met nuttige adressen ter beschikking. Dit gaat bijvoorbeeld over zwembad, speelplein, winkels, dokters e.d.


Kampverkeer 

Op kamp gaan brengt vaak een kleine volksverhuizing met zich mee. Groepen houden hier rekening mee om in de buurt geen onnodige verkeersoverlast te veroorzaken

Waar mogelijk, sensibiliseren we groepen om voor duurzame verplaatsingen te kiezen (te voet, fietsen, openbaar vervoer). 

De gemeente en uitbater houden er rekening mee dat een kamp extra verkeer met zich meebrengt en er extra ruimte nodig is om op een buurtvriendelijke manier fietsen, auto’s en vrachtwagens te parkeren. Naburige winkels of bedrijven kunnen hierin ook een rol spelen.

Opgenomen in de engagementen

Jeugdgroepen

  • De jeugdgroep organiseert activiteiten op en buiten het kampterrein met aandacht voor de openbare orde, verkeersveiligheid, nachtrust en gevoeligheden in de buurt. 

Uitbaters

  • De uitbater informeert verblijvende groepen over de gevoeligheden in de buurt en tracht te bemiddelen indien nodig.

Gemeenten

  • De gemeente werkt mee aan een draagvlak voor het kampgebeuren in de buurt. Dit kan door middel van communicatie en afspraken rond bijvoorbeeld ruiltochten, kampvuur of parkeren.


Toeristentaks

De Belgische Grondwet kent de gemeente een autonoom recht op het heffen van eigen belastingen toe. Behalve wanneer de wet dit uitdrukkelijk verbiedt, kan de gemeente beslissen om op ongeveer alles een belasting te heffen. 

Heel wat gemeentebesturen belasten het verblijf op het grondgebied voor niet-inwoners. Dergelijk tijdelijk verblijf is immers maar mogelijk dankzij goed functionerende gemeentelijke infrastructuur en dienstverlening. En dat is nu eenmaal niet gratis. 

Een verblijfstaks heffen gebeurt meestal door de eigenaar van de accommodatie te belasten, die op zijn beurt de belasting doorrekent aan de tijdelijke bewoner. 

Dergelijke belasting invoeren vereist onder meer de goedkeuring van een belastingreglement door de gemeenteraad. Om geldig te zijn, moet zo’n reglement voor iedereen gelden die in dezelfde situatie verkeert. Bij de invoering van deze verblijfstaksen waren niet alle gemeentebesturen altijd even oplettend. Zelden was het de bedoeling om kampen van jeugdwerkgroepen of jeugdverblijven te belasten. Ongewild leidt de formulering van het belastingsreglement tot situaties waarbij ook jeugdgroepen belasting moeten betalen. 

Met dit kampcharter willen we alle betrokkenen oproepen om samen te ijveren voor het verfijnen van de belastingsreglementen, zodat er geen onbedoelde drempels worden opgeworpen die het Vlaamse jeugdtoerisme bemoeilijken.
Er zijn in Vlaanderen inspirerende belastingsreglementen die voldoende fijnmazig aangeven wie wel en wie niet moet  betalen (bijvoorbeeld enkel toeristische logies die onder het Vlaamse logiesdecreet vallen; jeugdverblijfcentra en kampeerterreinen genieten van een uitzonderingsmaatregel).

De onderschrijvers van dit kampcharter engageren zich om goede praktijken en voorbeelden, elk voor hun achterban, te ontsluiten en te ijveren voor een opheffing van de verblijfsbelasting voor jeugdwerkgroepen. Ten slotte willen we nog opmerken dat de opbrengst van deze belasting waarschijnlijk niet in verhouding staat tot de kosten om ze te innen voor de gemeente, in combinatie met de inspanning die ze vraagt aan deze ‘belastingplichtigen’.

Opgenomen in de engagementen

Gemeente

  • Indien in de gemeente een toeristentaks van toepassing is, wordt een volledige vrijstelling voorzien voor jeugdgroepen.


Dialoog

Zoals reeds aangegeven houdt het kampcharter geen verplichtingen in maar gaat het om een engagementsverklaring tussen de 3 verschillende partijen. Centraal daarbij staat ook dialoog. Ga in gesprek met elkaar vooraf, tijdens en nadien. 

Zonder goede communicatie is het onmogelijk om met begrip voor elkaar om te gaan. Soms zal een partij water in de wijn moeten doen, soms lopen de gemoederen misschien op maar cruciaal daarbij blijft om met elkaar in gesprek te gaan. 

Opgenomen in de engagementen

Jeugdgroepen

  • De jeugdgroep heeft een aanspreekpunt, bereikbaar voor uitbaters en gemeenten. Sommige jeugdgroepen hebben een koepelorganisatie, ook deze is bereikbaar voor uitbaters en gemeenten
  •  Als er problemen opduiken voor, tijdens of na een verblijf, staat de jeugdgroep open voor constructief overleg met uitbaters en/ of gemeente.

Uitbaters

  • Als er problemen opduiken voor, tijdens of na een verblijf, staat de uitbater open voor constructief overleg met jeugdgroepen en/ of gemeente.

Gemeenten

  • Als er problemen opduiken voor, tijdens of na een verblijf, staat de gemeente open voor constructief overleg met uitbaters en/ of jeugdgroepen.